[Muilman, Hendrik (2)]
MUILMAN (Hendrik) (2), geb. te Brielle 8 April 1741, overl. te Woubrugge 7 April 1815, zoon van Ds. Wigbold en van Maria Johanna Croyzé.
Hij studeerde in de theologie, werd proponent onder de classis van Brielle en 23 Febr. 1766 bevestigd tot predikant te Hippolitushoef en Westerland op Wieringen. Hij stond daarna sedert 4 Juni 1770 te Winkel en sedert 6 Aug. 1775 te Barendrecht, van waar hij in 1785 een beroep aannam naar Enkhuizen; hier aanvaardde hij zijn ambt 7 Dec. 1785. Wegens zijn patriotsche gevoelens raakte hij in 1787 in groote moeilijkheden, het prinsgezinde grauw bestormde zijn huis en dreigde hem te zullen dooden, zoo hij in hun handen viel. Hij achtte het geraden zich buiten de stad in veiligheid te stellen, waarop de magistraat hem 19 Nov. 1787 op aandrang der burgerij van den dienst ontzette. Twee jaar later werd hij te Oosterland op Wieringen beroepen, aanvaardde daar zijn dienst 21 Maart 1790 en verwisselde deze gemeente 24 Maart 1793 met Koedijk. Wegens verzwakking van het geheugen en het gezicht en een ongeneeslijk lichaamsgebrek werd hij s.h. et st. te Koedijk emeritus en nam aldaar afscheid 26 Mei 1805. Hij ging te Woubrugge wonen, waar hij 10 jaar later aan een beroerte en verval van krachten overleed, als laatste van dit predikantengeslacht.
Bij zijn vrouw Adriana Wagemans (1743-1803), met wie hij te Buiksloot in 1774 was gehuwd, won hij slechts één jong overleden kind.
Zie: Vervolg op Wagenaar XVII, 96, 97; Wapenheraut II, 243, III, 53.
Regt