[Metelerkamp, Egbertus]
METELERKAMP (Egbertus), geb. te Neuenhaus 14 Aug. 1707, overl. te Steenwijk 24 Sept. 1750, zoon van Nicolaas M. en Anna Lubeley (of Lubbeis), liet zich als student aan de groninger hoogeschool inschrijven 9 Sept. 1723, was predikant te Wanneperveen 1736-40 en te Steenwijk 1740-50. Hij gaf in het licht: Boetbazuin over Jeremia IV: 7, 8, 13 (Amst. 1746); Kerkreeden over Psalm 118:22-25 op de verheffing van Z.H.W.K.H. Friso, Prince van Oranje tot stadhouder der VII Provintien; Hijlsame Raad aan Neerlands volk ter afwendinge van de beklaaglyke pestziekte enz. uytgesprooken den 3 Maart 1745 (Amst. 1748); Een heilige en veilige weg aan een zondig en afkeerig volk enz. (Amst. 1748). Zijn dood werd betreurd in lijkdichten van W.J. Roldanus, Petrus Hofstede, Joannes Camerling en Gerardus ab Utregt.
Zie: G.S. Reehorst, Genealogie van het geslacht Metelerkamp (Arnhem 1883), 26.
Wumkes