[Mauve, Anton]
MAUVE (Anton), dier-, landschapschilder en etser, werd geboren te Zaandam den 18. Sept. 1838 en stierf den 5. Febr. 1888 te Arnhem. Zijn vader was een niet bemiddeld doopsgezind predikant te Z., daarna predikant te Haarlem. Reeds vroeg toonde A. aanleg voor teekenen, hij zou dus werken voor acte teekenonderwijs, hetgeen moeite kostte. Te Haarlem was hij de leerling van P.F. van Os en W. Verschuur, hij kende er den schilder Gabriël. M. trok naar Oosterbeek 1856-59, waar hij schaapskooien schilderde en waar hij een groote groep schilders ontmoette o.a. W. Maris en J.W. Bilders, daar kende hij ook den maecenas J. Kneppelhout en las er gaarne Hildebrand, Kremer, Hollidee, Multatuli, Shakespeare enz. 's Winters woonde hij gedurende eenige jaren te Amsterdam om er zijn schilderijen te verkoopen, in 1870 was hij weer te Haarlem. In den Haag en Scheveningen was hij 's zomers gedurende 1876-85, hij leerde in den Haag zijn vrouw mej. Carbentius kennen, uit dit huwelijk zijn 4 kinderen. Zijn vrienden waren er Arts, ter Meulen, Bastert, Tholen, Tersteeg, Le Comte (zijn zwager), hij kende er Israëls. Mauve wandelde veel in de omstreken van den Haag. In den zomer van 83 was hij voor het eerst geruimen tijd in Laren, waar nadien een scnilderskolonie gevestigd was, Valkenburg, A. Venhuys, Israëls, Kever, T. Offermans, Bastert, L'hermitte enz. In 1886 verhuisde hij voorgoed naar het Gooi. M. had veel last van melancholie, vooral in 1888, waarvoor hij eenigen tijd te Godesberg was en waarvoor hij genezing vond bij vrienden te Dordt en bij zijn broeder, den conrector te Arnhem. M. ontwikkelde zich onder invloed der Marissen, maar is fijner, nerveuzer en teerder; ook onderging hij den invloed van Millet, die hem meer grootheid gaf, ook onderging hij min of meer den invloed van Corot en Daubigny. Zijn onderwerpen waren vooral landschappen met schapen, melk-