[Manteau van Dalem, Pieter]
MANTEAU VAN DALEM (Pieter), geb. te Poortvliet 30 April 1607, overl. te Sluis 17 April 1688, zoon van Jacques M. en van Catalina Bertel Vermuyden. Den naam van Dalem verkreeg hij naar zijn grootmoeder van vaders zijde Apollonia v.D.
Hij sproot uit een familie, die te Tholen in de regeering zat en werd een bekend landmeter en ingenieur. Als meer nederlandsche ingenieurs moet hij geruimen tijd in dienst van Cromwell zijn geweest. Later, in 1656, was hij secretaris, en in 1673 schepen 's lands van het Vrije van Sluis, waar hij overleden is.
Hij gaf in het licht: Tractaat in Materie van Zeewercken ende Dyckagie, Tot verbeteringhe van de Sasse-vaert Ende vermeerderinghe van de natuyrlycke Sterckte van de Stadt van 't Sas, Ende wederlegginghe teghen degenen, die met ondraeghlycke costen schaeden ende interessen quaet werck willen maecken, door P.M.v.D. tot Sluis, 13 April 1673, met een fraai kaartje; Psalmen des N. Testaments, 2 dln., met muziek (Middelburg 1683); Biblia, dat is, de Heylighe Schrift des O. en N. Testaments, kortelyck uit yder boeck de voornaemste saecken op Psalmen gedicht en onder ieder Psalm een gebed (Utrecht 1684). Bovendien wordt van hem. vermeld: Geestelyke Gezangen 8o, maar dit