[Lycklama, Mr. Laelius van]
LYCKLAMA (Mr. Laelius van), geb. omstr. 1575, overl. na 1625, zoon van Mr. Meine Lyckles, subst. grietman van Weststellingwerf in 1585, en van Hylck van Terwisga.
Hij werd doctor in de rechten en advocaat voor het Hof van Friesland. In zijn vaders plaats werd hij 1 Mei 1597 raad in het Hof en behoorde in het volgend jaar 1598 tot de 8 gecommitteerden uit de friesche staten, die waren aangewezen om de verschillen, tusschen Willem Lodewijk van Nassau en Karel Roorda ontstaan, in der minne te vereffenen. In Febr. 1625 werd hij grietman van Hemelumer-Oldephaert en huwde 12 Maart 1603 te Leeuwarden met Foeck van Galama, geb. 11 Mei 1562, oudste dochter van Seerp, grietman van Baarderadeel, en van His van Botnia.
Uit dit huwelijk sproten drie kinderen: His, Seerp en Meynert. Seerp overl. ongehuwd; Meine of Meynert was gehuwd met Judith Loquini. Deze drie kinderen vervielen tot armoede en verkochten in 1638 het hun aangeërfd slot Galama te Koudum.
Zie: Stam- en Wapenb. van den Fr. Adel I, 250, II, 76, 170; Naamrol. der Raden 's Hofs van Fr., 30; Charterboek IV, 831; Baerdt v. Sminia, N. Naaml. v. Gr., 308; Geneal. Herald. Bladen IV, 128.
Regt