[Lentz, Ludwig Carl]
LENTZ (Ludwig Carl), geb. te Leer (O.-Fr.) 7 Mei 1807, overl. te Amsterdam 23 April 1895. Hij studeerde in de godgeleerdheid te Göttingen en te Halle, was luthersch hulpprediker te Petkum en te Nortmoor, en luthersch predikant te Osteel sedert 27 Nov. 1831, en te Emden sedert 14 Juni 1835. Van hier beriep hem de Evg.-luthersche gemeente te Amsterdam, waar hij 23 Oct. 1839 werd bevestigd en 27 Oct. d.a.v. intrede deed; emeritus 1 Nov. 1883. Na zijn dood verscheen: Erinnerungen aus meinem Amtsleben, met een ‘Vorwort’ van G.F. Rahn en portret (Amst. 1895). Van zijn hand zijn uitgegeven verschillende leerredenen, o.a.: Antrittspredigt (Amst. 1839); Predigt zur Erinnerung an seine 25-jährige Ambtsführung (Amst. 1864); Predigt.... 40-jährige Ambtsführung (Amst. 1879); Abschieds-Predigt (Amst. 1884), ook in het Hollandsch vertaald door P.F. Lodewijks (zie in dit deel in voce). Vervolgens: Gedächtnisspredigt am 300-jährigen Sterbetage Dr. M. Luthers (Amst. 1846); Die alte Wahrheit wider einen neuen Angriff bezeugt in einem offenen Briefe an A.D. Loman [vgl. dl. IV, kol. 927] (Amst. 1862), ook vertaald door J.A. Schuurman ('s Gravenh. 1862); Heeft de moderne richting aanspraak op kerkelijke wettiging? (Amst. 1873).
Zijn portret is gegraveerd door F.C. Bierweiler en D.J. Sluyter, gelithografeerd door P.W.v.d. Weyer en J.H. Hoffmeister.
Zie: J. Loosjes, Naamlijst van predikanten enz. der Luth. Kerk in Ned. ('s Gravenh. 1925), 161-163; dez., Gesch. der Luth. Kerk in de Ned. ('s Gravenh. 1921), 221 v., 250-269; F.J. Domela Nieuwenhuis, Gesch. der Amst. Luth. Gem. (Amst. 1856) Bijl., 123; Alphab. naamlijst van boeken enz. (1833-49), 392; Brinkman's Catalogus (1850-82), 713, (1882-91), 328, (1891-1900), 424.
Knipscheer