Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 570]
| |
van Maria Huyn van Amstenraedt, vrouwe van Eysden. Hij pandde 8 Aug. 1626 de heerlijkheid Eysden van den koning van Spanje voor de som van 8100 ponden en hoogde ze den 24. Mrt. 1643 aan met de som van 4500 ponden; hij werd 10 Nov. 1645 ermede beleend, krachtens verruiling door hem gedaan. Den 9. Nov. 1626 nam hij bezit van de heerlijkheden 's Gravenvoeren en Warsage. Hij was luitenant-kolonel in het hoogduitsche regiment infanterie De Rouveroy, in dienst van Spanje, in 1635; hoogdrossaard en kastelein van het graafschap Daelhem (bij brieven van 3 Apr. 1635 en 16 Jan. 1636); deed den eed voor de Rekenkamer (26 Jan. 1636) en 29 d.a.v. in handen van den kanselier van Brabant, vervolgens hoogdrossaard en luitenant-stadhouder der leenen van het hertogdom Limburg (bij brieven van 27 Febr. 1649), deed den eed als voren (11 en 15 Mrt. 1649), lid der Ridderschap van Daelhem. Hij was 5 Juni 1631 gehuwd met Margaretha Anna Francisca van Bocholtz, kanunnikes van Munsterbilsen, die hem de volgende kinderen schonk: Godfried Ulrich, die volgt; Arnold Theodoor Amor, die eveneens volgt; Jan Winand, kolonel der cavallerie in dienst van Frankrijk (overl. ongehuwd in 1675); Maria Alexandrina Catharina, kanunnikes van Recklinghausen (overl. op het kasteel Oost bij Eysden 6 Febr. 1730), huwde volgens contract d.d. 17 Febr. 1673 Antonius Candidus, graaf van Hoensbroeck, heer van Oost (geb. op het kasteel Geul 29 Juni 1630, overl. 6 Nov. 1693, begraven in de kerk van het Minderbroedersklooster Slavante bij Maastricht); Maria Francisca Margaretha Theresia, kanunnikes van Neuss, huwde Otto Edmond, baron van Rochow, heer van Oberhausen en Holtorf, page van den keurvorst van de Palts, ridder en erfelijk maarschalk der Duitsche Orde, balije van Alde Biessen. Zie: Eug. Poswick, Histoire biografique et généalogique de la noblesse Limbourgeoise (Liége 1873) I, 202-204; Eg. Slanghen, Het markgraafschap Hoensbroeck (Maastr. 1859), 182; Jos. Habets, De leenen en het leenhof van Valkenburg in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XXI (1884), 330-331; Maasgouw (1907), 20. Verzijl |
|