Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

[Lagendaal, Jan]

LAGENDAAL (Jan), geb. omstr. 1680, overl. te Rotterdam 23 Jan. 1748. Hij was gehuwd met Aletta Bos. Hun zoon is Jan (of Johannes) Lagendaal (zie dl. VII, kol. 733). De vader werd remonstrantsch proponent in 1702. Over de omstandigheden, waaronder hij eenigen tijd bij gebrek aan doopsgezinde proponenten den dienst waarnam in de doopsgezinde gemeente te Harlingen, zie men bij J. Tideman, De Remonstr. broederschap, 435. Hij werd daarna predikant van de Remonstrantsche gemeente te Brielle in

[p. 569]

1707, te Noordwijk in 1708, te Utrecht 14 Mei 1710, te Rotterdam (beroepen 9 Aug.) in 1713; emeritus 12 Mei 1747. Kornelis Westerbaen Wz. (1690-1774) gaf een door hem uitgesproken rede uit: Lijkrede over Hebr. 13:7 ter gedachtenisse van J. Lagendael overl. 23 Jan. 1748 (Rott. 1748), opgedragen aan den kerkeraad te Rotterdam, waarbij ook achterin lijkzangen en grafschriften. Lagendaal zelf gaf uit: Lijkrede uit Jac. 4:14 over Sebastiaan van der Lanen ontslapen 18 Nov. 1726 (Rott. 1727), ook aan den kerkeraad opgedragen met een gedicht op de lijkrede en een grafschrift.

Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland II ('s Hert. 1853), 339; R. Arrenberg, Naamregister van nederd. boeken tot 1787, 294; H.C. Rogge, Bibliotheek der remonstr. geschr. (Amst. 1863), 205, 207; J. Tideman, De remonstr. broederschap (Amst. 1905), 48, 55, 173, 250, 309, 312, 435, 451; Catalogus van handschriften op de bibl. der Rem. gem. te Rotterdam (Amst. 1869), 63 (no. 680).

Knipscheer