ambt in de godgeleerdheid en kerkelijke geschiedenis aen het kweekschool der Remonstranten 23 Nov. 1790. Uit het Latijn vertaald met eenige aanteekeningen vermeerderd (Amst. 1791). Uit het voorbericht blijkt, dat P. Weiland de vertaler is. Weldra verscheen van hem een bekroond antwoord op een prijsvraag van Teyler's genootschap, in 1792 uitgeschreven: Onderzoek van den aard der voorspellingen wegens den Messias in de Schriften des Ouden Verbonds (Haarl. 1794). Van dit werk verscheen een hoogduitsche vertaling. Toen hij in 1797 zich liet vinden als volksvertegenwoordiger van de Tweede nationale vergadering, werd zijn professoraat waargenomen door den doopsgezinden hoogleeraar Gerrit Hesselink (zie dl. III, kol. 582; ook de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. III, 780-785 en Mennonitisches Lexikon II, Frankf. a/Main und Weierhof 1925 enz., S293 f.). In 1798 teruggekeerd, werd hij 20 Juni 1827 emeritus. Voorts schreef hij: Lessen over het leeraars-ambt in de Christelijke kerk.... (Utr. 1802); Lofrede op Elisabeth Wolff,
geb. Bekker en Agatha Deken (Amst. 1805) (zie dl. I, kol. 696 en 1584-1587); De kunstverdiensten van Angelika Kauffmann en Raphaël.... met afbeeldingen ('s Gravenh. 1810); antwoord op een vrage over de ‘nuttigheden’ van vertalingen van de geschriften der oude Grieken en Romeinen, waarvoor de Hollandsche Maatschappij van wetenschappen te Haarlem hem op 21 Mei 1814 den zilveren eereprijs toekende, opgenomen in de Letter- en oudheidkundige verhandelingen van deze maatschappij I (1815); Nationaal Gedenkboek der hernieuwde nederl. unie van den jare 1813. Met platen en portretten ('s Gravenh. 1816); Nadere bijvoegsels en verbeteringen tot dit werk ('s Gravenh. 1817); Letter-, natuur- en zedekundige mengelingen (Amst. 1818); Tafereelen van de staatsomwenteling in Frankrijk (eerste dr. Amst. 1794-1807; tweede dr. Zaltbommel 1824-27), in 28 deelen met afzonderlijk register, met een voorafgaand en volgend deel vermeerderd; het eerste deel is bewerkt door M. Stuart (zie dl. IV, kol. 1284-1286); De Heilige Schriften des Nieuwen Verbonds getrouwelijk overgezet.... (Amst. 1825), na een scherpe kritiek gevolgd door: Brief betreffende de recensien dier overzetting (Amst. 1826); Katholikon. Een boek voor allen. Door den schrijver der Uren aan den godsdienst gewijd [Zschokke], uit het Hoogduitsch (Amst. 1826); De Christenleer zonder geschiedenis en inkleeding. Godsdienstig leesboek voor nadenkende belijders (Amst. 1829); Handwoordenboek der nederduitsche taal. Herzien en verbeterd (Amst. 1839); Memoire sur la liberté des cultes, adressé à la société de la morale chrétienne à Paris en l'année 1825 (Amst. et
Bruxelles 1827).
Zijn portret is gegraveerd door J.W. Caspari naar H.W. Caspar en door A. van den Bosch, ook gelithografeerd door een onbekend kunstenaar.
Zie: B. Glasius, Godgeleerd Nederland II ('s Hert. 1853), 292; Alphab. naaml. van boeken enz. (1790-1833), 315; J. Tideman, De Remonstr. broederschap. Biogr. naaml. (Amst. 1905), 7, 12, 18, 80, 85, 235, 312, 456; H.C. Rogge, Bibliotheek der Remonstr. geschriften (Amst. 1863), 62-65, 186; Bibliotheca theologica et philosophica (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans, 1900), 783 (no. 495); J.I. van Doorninck, Bibliotheek van Nederl. anonymen en pseudonymen ('s Gravenh. en Utr. [1870]), no. 1034, 2407, 4318, 6291; dez., Vermomde en naamlooze schrijvers II (Leid. 1885), 139, 312, 538, 659.
Knipscheer