[Koch, Jan Karel of Carel]
KOCH (Jan Karel of Carel), geb. te Zevenaar 23 Febr. 1831, overl. te Ginneken 1 Juni 1903. Zijn grootvader was Johann Wilhelm Koch (zie art.). Hij studeerde te Leiden in de godgeleerdheid en promoveerde op het proefschrift: De Petri theologia per diversas vitae quam egit apostolicae periodos sensim explicata (Lugd. Bat. 1854). Hij werd predikant te Mijdrecht 22 Juni 1856, te Wormerveer 30 Oct. 1859, te 's Hertogenbosch 14 Mei 1865; emeritus 1 Juli 1896, woonde te Ginneken. Te Mijdrecht heeft hij 27 Juni 1858 de nieuwe kerk ingewijd. In de jaren van de doleantie (1884-88) was hij voorzitter van de synode der Ned. Herv. Kerk. Hij schreef een aankondiging van een studie van J.W. Straatman, Paulus, de apostel van Jezus Christus, zijn leven en werken, zijne leer en persoonlijkheid. Een historisch onderzoek (Amst. 1874) in het Theol. tijdschrift van 1875 (IX), 45-54, en gaf twee preeken uit: Bouwen op het eeuwig fundament .... op het zevende halve eeuwfeest der kerkhervorming ('s Hert. 1867) en: Neerlands 300-jarige onafhankelijkheid feestelijk herdacht ('s Hert. 1872). Hij was eerst gehuwd met Auguste Lambrechts, na haar overlijden met Françoise Helène Charlotte Pieper, wed. van Ds. P.F. Vigelius.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. V, 73; Brinkman's Catalogus van boeken enz. (1850-82), 651, 1127; Kerkelijk Handboek (1878), 606, (1908) Bijl., 151, (1910) Bijl., 160.
Knipscheer