[Knap, Christiaan]
KNAP (Christiaan), geb. te Heerde 4 Juli 1836, overl. te Kampen 24 Mei 1892. Zijn vader was Jan Jakob Knap (zie dl. II, kol. 690). Hij studeerde te Amsterdam en te Utrecht, werd predikant te Gerkesklooster 13 Oct. 1858, te Wolsum en Westhem 14 Apr. 1861, te Oldebroek 18 Juni 1865, te IJlst 8 Nov. 1868, te Noordwijk-Binnen 15 Aug. 1869, te Oosterbierum 6 Aug. 1871, te Kralingen 6 Oct. 1872, te Kampen 4 Apr. 1875, te Rijnsburg 9 Nov. 1879, weer te Kampen 14 Nov. 1880. Zijn vrouw was Janna Geertrui Hubers (overl. te Groningen 26 Jan. 1930). Hij heeft verscheidene preeken uitgegeven: Twee leerredenen over Job 20:11-18 en Luc. 11:15 .... (Zwolle 1867); Een verbond met God .... (Rott. 1874); Gods Woord keert niet ledig tot Hem weder, intreerede te Kampen (Kamp. 1875); Zestal leerredenen (Kamp. 1876); De taal der bevinding (Delft z.j.) enz.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. V, 49; Kerkelijk Handboek (1903) Bijl., 146, (1907) Bijl., 129, 142, 151, (1911) Bijl., 153, 174, 192, 195, (in te vullen), (1912) Bijl., 148; Brinkman's Catalogus van boeken enz. (1850-82) 648, 702.
Knipscheer