[Klerck, Henricus de]
KLER(C)K (Henricus de), of Clerck, gedoopt te Middelburg 15 Maart 1654, overl. ald. tusschen 1689 en 1699. Hoewel hij in de godgeleerdheid zijn studiën voleindigde heeft hij geen gemeente gediend. Het beroep naar Waterlandkerkje nam hij niet aan (vgl. Kerkelijk Handboek 1909, Bijl., 152). Hij bewerkte (vgl. op Paullus Merula, dl. II, kol. 902-904) een Tijd-tresoor van kerkelijke en weereldlijke historien .... (Middelb. 1689), en schreef nog: Inleidinge tot de beschrijvinge des H. Landts.... vert. uit het Latijn van T. Spanhemius (Middelb. 1699), uitgegeven na zijn dood door zijn broeder Adriaan Klerk. Ook gaf hij eenige preeken uit over Ps. 110 (Middelb. 1687).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. IV, 793;