Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– rechtenstatus


[Kessel, Gosuinus van] KESSEL (Gosuinus van), geb. te Engelen 3 Sept. 1703, overl. te 's Gravenhage 8 Maart 1756. Hij studeerde te Leiden in de godgeleerdheid en werd 29 Juni 1728 predikant te Grosthuizen en Avenhorn, 18 Dec. 1729 te Koog a.d. Zaan, 26 Oct. 1732 te Naarden, 24 Oct. 1734 te Hoorn, 28 Aug. 1735 te 's Gravenhage. J.I. Rauwertsz,
[pagina 508]
schreef een lijkrede op hem: De pligt der gemeente omtrent haar afgestorvene voorgangers ('s Gravenh. 1756). Zijn eerste vrouw was Jacoba Catharina Tierens, zijn tweede vrouw Catharina Huijgens. Vele van zijn gelegenheidspreeken zijn uitgegeven. Wij noemen: Neerlandts Gedenk-dag ofte historische predicatie betr. de honderdjarige gedachtenisse van den Munsterschen vreede.... 13 Maart 1748 .... ('s Gravenh. 1748). Geroemd wordt zijn preek bij den dood van W.K.H. Friso, overl. 22 Oct. 1751. Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. IV, 736; R. Arrenberg, Naamregister van nederd. boeken tot 1787, 275; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl., 119, (1908) Bijl., 115, 122, 126, 132. Knipscheer