[Jungius, Johan Huibert]
JUNGIUS (Johan Huibert), geb. te Middelbert 22 Oct. 1692, overl. te Amsterdam 19 Sept. 1743. Zijn geslacht is afkomstig uit de Palts; zijn ouders waren Sixtus Jungius en Sophia Wilman; hij was naar zijn grootvader genoemd; zijn vrouw was Constantia van Duren. Op 6 Juni 1717 werd hij predikant te Simonshaven en Biert, op 26 Mei 1720 te Hulst, op 11 April 1728 te Vlissingen. Hier werd hij rector van de latijnsche school en aanvaardde dit ambt op 30 Dec. 1728 met een redevoering: Oratio de vicissitudinibus linguae latinae. Hij schreef voorts vele boeken, o.a.: Het einde van den strijdt de kroon der rechtvaardigheit .... (Rott. 1720); De wonderen van Jehovah onder Neerlants Israël .... ter gedachtenisse van de verlossing der stat Hulst uit de maght van Spanje (Leid. 1722); Het vervolg van Jehova's wonderen (Leid. 1724). Ook heeft hij eenige gelegenheidsgedichten vervaardigd.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. IV, 602; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl., 158, (1909) Bijl., 134, 151.
Knipscheer