benoemde hij tot één der uitvoerders daarvan zijn maarschalk Dirk van der Horst. Hertog Karel van Bourgondië benoemde hem den 31. Juli 1473 tot burggraaf van Nijmegen, welke bediening hij hem den 7. Maart bevorens beloofd had, zoodra hij Nijmegen zou bemachtigd hebben. Den 15. Dec. 1473 bevestigden Dirk van der Horst, drost des lands van Kessel en burggraaf te Nijmegen, en Arnold, heer van Blitterswijck, als borgen, de verklaring van Adam ingen Hulss, dat hij de bediening van rentmeester der domeinen in het kwartier van Arnhem en de Veluwe, waartoe de hertog van Bourgondië hem den 15. Aug. bevorens benoemd had, getrouw zou waarnemen. Dirk van der Horst werd den 28. Febr. 1482 door Maximiliaan en Maria, aartshertog en aartshertogin van Oostenrijk, bevestigd in het bezit der ambten en goederen, die hij van hertog Arnold in pand had verkregen. Den 15. Mei 1484 beloofde hij Thijs van Merwick (Matthias van Merwijck), wien hij met volmacht van den aartshertog van Oostenrijk, het ambt van drossaard van het land van Kessel had overgedragen, den brief, waarbij die overdracht bekrachtigd was, zoo menigmaal zulks noodig mocht zijn voor vijf of zes weken te zullen uitreiken. Den 16. Dec. 1484 namen de aartshertogen Maximiliaan en Philips den afstand aan, door Dirk van der Horst als drost en scholtis van den lande van Kessel gedaan en benoemden als zoodanig in zijn plaats Thijs van Merwick. Dirk van der Horst wordt voor het laatst vermeld den 1. Febr. 1492, toen hij aan zijn onderdanen, wier landerijen in de heerlijkheid Horst aan de gemeente paalden, de vergunning gaf, tegenover hun erf eikenhout op gemeentegrond te mogen planten. Hij was gehuwd met Eva van Zievel, die op St. Paulusdag 1522 overleed en met wie hij verschillende stichtingen in de kerk van Horst maakte. Zij hertrouwde Matthias van Merwijck, boven genoemd (overl. kort na 20 Juni 1499), en daarna vóór 22 Juli 1500 Reinard van Bocholtz. Uit
haar eerste huwelijk een zoon Dirk van der Horst, die onnoozel was, zich in 1522 in een klooster te Aken bevond en in 1539 nog in leven was.
Zie: P. Nijhoff, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland IV oork. no. 317, 420, 454, 532, 538, 544, V oork. no. 16, 36, 134, 148, 158; M.J. Wolters, Recherches sur l'ancien comté de Kessel (Gand 1854), 42, 104; Eg. Slanghen, Het land van Kessel in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XVI (1879), 79; Adolf Steffens, Geschiedenis der aloude Heerlijkheid en der Heeren van ter Horst (Roerm. 1888), 23-25, 27-29, 33-34, 212-214, 217-218, 223-225; Maasgouw (1898), 32.
Verzijl