[Holtmolen, Johan van (3)]
HOLTMOLEN (Johan van) (3), heer van Tegelen, zoon van den voorgaande, in oorkonden vermeld 1493-1540; in 1493 ontving hij door overdracht van Evert en Frederik Overlacker een som van 32 postulaat gulden op den laathof te Heythuysen; 25 Nov. 1496 is hij als lid der guliksche ridderschap medebezegelaar der huwelijksovereenkomst tusschen Maria, eenige dochter van Willem, hertog van Gulik en Berg, en Johan, zoon van Jan, hertog van Cleef; in 1531 en 1541 wordt hij vermeld als leenman van het graafschap Horn en 3 Jan. 1534 als leenheer.
Hij was gehuwd met Mettel van Engelsdorf gen. Merötgen, die het leven schonk aan: Frans (zie eigen artikel hiervoor), Godert, Engelbert en Johan, heer van de Putting, vermeld allen in 1551; Willem, heer van de Munt, vermeld 1576 en 1577.
Zie: Jan Verzijl, Proeve eener genealogische studie der opvolgende heeren van Tegelen en het kasteel Holtmolen (Holtmühle) aldaar (m.s.); Maasgouw (1894), 38, 51; Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XXXIII (1896-97) 354-355.
Verzijl