[Hoensbroeck, Conrad Ulrich baron van]
HOENSBROECK (Conrad Ulrich baron van), geb. te Geul, aldaar overl. 25 Apr. 1652, zoon van Wolter (die volgt) en van UrsuIa Schetz van Grobbendonck, was heer van Geul, Bunde en Ulestraten, beleend met Geul in 1615, stadhouder en voogd van het land van Valkenburg sedert 1630, van welk ambt hij in 1640 door de Staten werd geschorst, doch door den Koning van Spanje hersteld in 1644, wijl hij den Koning goede diensten bewezen en belangrijke renten voorgeschoten had. Ten onrechte en ondanks het vredestractaat van Munster werd hij door de Staatschen in 1647 onherroepelijk afgezet na de bezetting der landen van Overmaas. In 1625, toen de graaf van Anholt, na de inneming van Breda, met 6000 man te voet en 18 compagnieën te paard zijn doormarsch door het land van Valkenburg wilde nemen, werd hij van wege de Staten naar het leger gezonden om den graaf van dit voornemen af te brengen. In 1626 deed hij de vervallen kerk van Geul herbouwen; 6 Jan. 1644 kocht hij definitief de heerlijkheid Geul voor 158000 livres. Hij sloot 7 Nov. 1613 een huw.contr. met Isabella van Haudion tot Gibrechies, met welke hij 28 Aug. 1631 een testament maakte, waaraan hij 20 Oct. 1651 een codicil toevoegde. Zij schonk hem de volgende kinderen: Wolter Frans (die volgt); Ursula Agnes; Anna Maria Alexandrina, echtgenoote van Frans Hyacinth de Renesse; Antoon Candidus graaf van Hoensbroeck-Oost, heer van 's Gravenvoeren en Cloppenborg (geb. te Geul 29 Juni 1630, overl. 6 Dec. 1693, begraven in de kerk van het Franciscanerklooster te Slavante), gehuwd met Anna Maria van Bergh-Trips, erfgename van Oost, overl. 28 Juni 1672, dochter van Hieronymus, heer van Oost en van Anna van Palant en hertrouwde bij contr. 17 Febr. 1673 Maria Alexandrina de la Margelle, kanunnikes te
Recklinghausen (overl. te Oost 6 Febr. 1730).
Zie: Egidius Slanghen, Het Markgraafschap Hoensbroeck (1859), 178, 182; Publ. de la soc. hist. et arch. dans le duché de Limbourg XXI (1884), 205-206, 211, 220-222, 318, 320, 324; August Kengen, Uit Geul's verleden (1926), 34, 38-39, 197, 209-212, 312, 387, 406-407; over Antoon Candidus, Maasgouw (1903), 86, waar zijn grafsteen is beschreven, welke zich op den binnenhof van het kasteel Hoensbroeck bevindt; Maasgouw (1907), 20; Hermann Friedrich Macco, Beiträge zur Geschichte und Genealogie Rheinischer Adelsfamilien (Aachen 1884), 82.
Verzijl