Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 318]
| |
van zijn geslacht schijnt geweest te zijn, die den naam Hamerster aannam, en Catharina Folkerts of Acronius. Hij liet zich 4 Sept. 1681 inschrijven als jur. student aan de leidsche hoogeschool, en 12 Juli 1684 als advocaat voor het Hof. Later werd hij landsadvocaat en in 1692 raadsheer ten Hove, welk ambt hij tot Maart 1715 waarnam. Toen hij het had overgedragen op zijn zoon Dominicus werd hij volmacht ten landsdage, en bleef dit, naar het schijnt, tot zijn dood. Hij was gehuwd met Jeltje Wielinga, wier vader Epeus Wielinga vijfmaal burgemeester van Leeuwarden is geweest. De dichteres Jetske Reinou van der Malen, een bloedverwante, maakte op hem een lijkdicht. Zie: Naamrol der Raden 's Hofs van Friesland, 47, 49, 53; Stamboek van den Frieschen Adel II, 274; J.R.v.d. Malen, Gedichten (Leeuwarden 1728), 177 vlg.; J. Sickenga, Het Hof van Friesland gedurende de zeventiende eeuw (Leiden 1869), 244; mijn Stads- en Dorpskroniek van Friesland (Leeuwarden 1930), 76. Wumkes |
|