[Flietstra, Klaas Ynzes]
FLIETSTRA (Klaas Ynzes), geb. 21 Juni 1786, overl. te Blessum omstreeks 1878, friesch volksdichter van oud calvinistischen stempel, beantwoordde in 1854 een prijsvraag van het Selskip for Fryske tael- en skriftenkennisse voor de beste friesche novelle. Zijn antwoord behelsde zijn eigen levensgeschiedenis te Bozum en omstreken. Hij woonde later te Engelum, waar hij een nieuw soort korenmolen uitvond, die minder geraas maakte. De eerste demonstratie had plaats bij J. Sevenster te Menaldum. Zijn autobiografie getiteld De Neischoalle schreef hij te Grettingaburen bij Harlingen en is in handschrift aanwezig op de Prov. Bibliotheek te Leeuwarden. In zijn laatste levensjaren gaf hij twee kleine volksschriften uit: 1. Vruchten mijns Ouderdoms (1861); 2. Het laeste Varwol oon syn baeste hunigbykes (1866). Verder berusten bij den heer W. Overal Tz., hoofd der school te Bajum, nog verschillende gedichten en brieven.