Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 255]
| |
natuurkunde op een proefschrift Over eene methode ter berekening van de gemiddelde lengte van op bepaalde wijze getrokkene lijnen (Gron. 1864). Hij was een jaar lang werkzaam als gymn. docen t te Doesburg, en deed zich kennen als radikaal vrijdenker in zijn werk Democratie en Wetenschap (Gron. 1871 en 1873) en in het tijdschrift, dat op onbepaalde tijden verscheen, getiteld De vrije gedachte (6 dln.), (Sneek 1872-74). Hij werkte mede onder den schuilnaam Muricatus en eveneens onder dezen naam aan de rotterdamsche Lantaren (1869), een blaadje, dat het algemeen stemrecht propageerde. Multatuli's invloed is in zijn stijl herkenbaar. Evenwel heeft hij zijn eigen gedachten over geloof, moraal en maatschappij. Den godsdienst te bestrijden, acht hij, evenals van Vloten en Multatuli, zijn roeping. In navolging van eerstgenoemden spreekt hij over den ‘God der ploerten’. Vooral heeft hij het voorzien op de vrijzinnige godsdienstigheid. Theoretisch tot pessimisme geneigd, is hij volkomen democraat en gelooft in den vooruitgang. Hij is een agnosticus, maar gelooft in de realiteit van idealen. C. Busken Huet oordeelt in zijn Brieven aan E.J. Potgieter (Haarlem 1925) dl. 3, 91 aldus over hem: ‘Van zijn scherpzinnigheid en belezenheid zal ik geen kwaad spreken; maar wie durft ontkennen, dat hij een ongelikte beer is? Als hij op deze wijze voortgaat, haalt zijn tijdschrift den tweeden jaargang niet, of wel het wordt een nieuwe Dageraad, onverkwikkelijker gedachtenis.’ In 1889 voerde hij polemiek tegen Mr. Veegens en Mr. Kerdijk inzake ‘het roekeloos en gewelddadig converteeren van de onschadelijke consignatie in een gevaarlijke en zeer onrechtvaardige dwangpapierwet.’ Zie: J.J. van Laar, Register op de Ideën van Multatuli (Rotterdam 1886), 56; O. Noordenbos, Het atheïsme in Nederland in de negentiende eeuw (Rotterdam 1931), 64-67; Nieuwe Groninger Courant, 23 Oct., 13 Nov. en 15 Dec. 1889. Wumkes |
|