[Ernst, Hendrik Junior]
ERNST (Hendrik) Junior, geb. te Amsterdam 15 Maart 1837, overl. te Heusden 19 Jan. 1899. Hij was luthersch predikant te Medemblik van 28 Mei 1865 tot 29 Mei 1870, te Middelburg tot 21 April 1872, te de Rijp tot 1 Febr. 1873 (emeritus wegens ziekte) en te Deventer van 11 April 1875 tot 1 Jan. 1881. Hij schreef veel, o.a.: Wat leeren de vier algemeen erkende paulinische brieven aangaande de opstanding van Christus? (Amst. 1863); (onder pseud. Serius), Verdient de zoogenaamde historische Christus der moderne theologie eerbied en navolging? (Amst. 1864); Aphorismen (Amst. 1866); De voornaamste wetenschap, intreerede te Middelburg (Amst. 1870); De neutrale school en de christelijke deugden (Middelb. 1871); Onze denkwijze aangaande Jezus en ons zedelijk-godsdienstig leven (Middelb. 1871); De moderne richting en het weekblad ‘De vrijheid’ (Amst. 1873); De Christus der Evangelien een Christus der fantasie? (Amst. 1875); Godsdienst en Christendom zonder wonder en wondergeloof ondenkbaar (Amst. 1876); Adres aan de synode der Ev. Luth. Kerk inzake uitbreiding van stemrecht (Dev. 1876); Levensgetuigenis (Utr. 1886); Op Golgotha (Amst. 1887); De Katakomben te Rome (Arnh. 1889); Lutheranen en Stundisten in Rusland .... (Arnh. 1892); Een en ander over huwelijk en huwelijksleven (Heusd. 1893); Moet de polygamist, Christen geworden, scheiden van al zijne vrouwen op één na? (Utr. 1893); Wijlen prof. Kuenen en het wonder (Utr. 1896); Een drietal overdenkingen (Arnh. 1898).
Zie: J. Loosjes, Naamlijst der predikanten enz. der Luth. Kerk in Ned. ('s Grav. 1925), 75v.
Knipscheer