[Elsevier, Lodewijk (3)]
ELSEVIER (Lodewijk) (3), oudste zoon van Joost en van Margaretha van der Woert, geb. te Utrecht in 1604, overl. te Leiden in Juni 1670. Stichter van het huis Elsevier te Amsterdam.
Als wees is hij op jeugdigen leeftijd bij zijn oom Matthijs Elsevier te Leiden komen wonen, waar hij op 30 Aug. 1621 als student in de wijsbegeerte in de registers van de universiteit werd ingeschreven. Na de voltooiing van zijn studie kwam hij in de zaak van zijn oom Bonaventura en neef Abraham (1) Als hun vertegenwoordiger maakte hij verschillende reizen naar het buitenland. In 1637 vestigde hij zich als boekhandelaar en uitgever te Amsterdam, waar hij op 3 Dec. 1637 de rechten van poorter verkreeg; den 27en Febr. 1638 liet hij zich in het boekverkoopersgilde inschrijven. Tusschen hem en zijn ooms te Leiden bestond in de eerste jaren een geregelde samenwerking. De eerste boeken die onder zijn naam verschenen, kwamen van de persen van de leidsche Elseviers. Van zijn voor 1644 verschenen werken komen de meeste in den Catalogus van de firma te Leiden van dat jaar voor. Zijn eerste begin als drukker was bescheiden, maar wij mogen wel aannemen dat een groot deel van de na 1641 door hem uitgegeven werken door hem zelf gedrukt zijn. Toch heeft hij meermalen de hulp van andere drukkers ingeroepen o.a. van Hack te Leiden. De uitbreiding van zijn zaken was zeer voorspoedig. Tusschen de jaren 1640 en 1655 zijn niet minder dan 219 werken door hem uitgegeven. Op 1 Mei 1655 nam hij Daniël Elsevier, deelgenoot van Johan Elzevier te Leiden, in zijn zaak op. Onder meer voordeelen bracht deze overeenkomst in het amsterdamsche huis een groot getal werken in, die de Elzeviers te Leiden uitgegeven hadden en die bij de scheiding tusschen de beide neven Johan en Daniël, aan den laatste waren toegewezen, o.a. de latijnsche klassieken in 12o. In de jaren 1655 tot 1664 zijn te Amsterdam ongeveer 150 werken in het licht gegeven. Op 1 Mei 1664 trok Lodewijk (3) zich uit de firma terug. De laatste jaren van zijn