[Eck, Mr. Lambert Engelbert van]
ECK (Mr. Lambert Engelbert van), geb. te Tiel 11 Nov. 1754, overl. te 's Gravenhage 5 Oct. 1803, werd 25 Juni 1771 als student aan de universiteit te Leiden ingeschreven en promoveerde aldaar in de rechten 24 Dec. 1776 op een dissertatie De judicis arbitrio in poenis infligendis legibus circumscripto.
Hij werd advocaat te 's Gravenhage en werd in het begin van 1795 secretaris van het toen opgerichte comité voor de Marine. Op 27 Jan. 1796 werd hij tot tweeden plaatsvervanger van het gekozen lid in de Nationale vergadering voor het district den Haag 2 gekozen. Na den dood van dat lid, J.M. de Graaff, die was opgetreden als eerste plaatsvervanger, daar de gekozene de benoeming niet had aanvaard, op 27 Juli 1796, werd van Eck opgeroepen om den zetel in te nemen. Hij nam 12 Oct. 1796 zitting; dit duurde zoolang omdat allen en ook hij beter achtten, dat hij bij het marine-comité in dienst bleef, maar de meerderheid achtte het niet gewenscht, een volkskeuze teniet te doen. Bij de verkiezingen van 4 Aug. 1797 werd hij niet herkozen, maar hij was gekozen tot tweeden plaatsvervanger te Arnhem en daar de aldaar gekozene lid der constitutie-commissie werd en de eerste plaatsvervanger bedankte, nam hij 17 Oct. 1797 als plaatsvervanger zitting.
Hij was een zeer gematigd unitaris. Met de gematigden en de federalisten stemde hij 29 Nov. 1796 voor het in behandeling nemen der constitutie, dat met 66 tegen 52, op 2 Dec. d.a.v. met alle unitarissen voor de een- en ondeelbaarheid der republiek, die met 75 tegen 23, en op 20 Jan. 1797 met hen voor de amalgameering der provinciale schulden, die met 60 tegen 45 stemmen werd aangenomen.
Niettegenstaande zijn gematigdheid werd hij met 27 andere leden op 22 Jan. 1798 gevangen genomen en eerst op de Voorpoort (thans Gevangenpoort geheeten) en na 14 dagen op het Huis ten Bosch gevangen gezet. Hij kwam eerst 14 Juli d.a.v. vrij.
Op 20 Oct. 1798 werd hij uit een door de Eerste Kamer opgemaakte voordracht door de Tweede Kamer gekozen tot raadsheer in het nieuw opgerichte gerechtshof van Holland en Zeeland. Hij bleef dit tot zijn overlijden.
Hij huwde in 1779 Charlotte Amélie