[Dam, Anthonie Willem van]
DAM (Anthonie Willem van), geb. te 's Gravenhage 2 Januari 1815, overl. aldaar 25 Januari 1901. Zijn eerste opleiding ontving hij in het Burgerweeshuis, waarin hij op zeer jeugdigen leeftijd was opgenomen; vervolgens werd hij aangenomen in de Fundatie der vrouwe van Renswoude, ontving teekenonderwijs bij den architect Roodenburg en op de haagsche teekenacademie. Zijn studiiën voltooide hij te Parijs bij Henri Labrouste. Als winnaar van den Prix de Rome maakte hij een studiereis naar Zwitserland, Italië en Griekenland. Bij een uitgeschreven prijsvraag (in 1844) voor den bouw van de Zuiderkerk aan de Gedempte Glashaven te Rotterdam, werd zijn plan bekroond en werd hem de uitvoering van den bouw opgedragen. Hierdoor vestigde hij zich te Rotterdam. Verschillende woonhuizen, villa's, fabrieken, pakhuizen werden aldaar onder zijn leiding gebouwd. Ook werd hij benoemd tot hoofdleeraar voor de bouwkunst aan de academie. Tot 1887 vervulde hij dit ambt. Bij zijn afscheid van deze instelling werd hem door zijn oud-leerlingen een gouden eerepenning aangeboden. v. Dam behoorde tot de oprichters van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst. Hij schreef: De Zuiderkerk in Rotterdam geschetst in zijn voornaamste gebouwen (Rotterdam 1863).
Zie: C.T.J.L. Rieber, A.W. van Dam in Bouwkundig Weekblad (1901), 37; In Memoriam A.W. van Dam in De Opmerker (1901), 37.
Portret in Bouwkundig Weekblad (1901), 37.
Hoogeveen