D.
[Daalen, Albertus van]
DAALEN (Albertus van), geb. te Wageningen 19 Mrt. 1812, overl. te Bennekom (gemeente Ede) 31 Mrt. 1864, was de derde zoon van Mr. Hermanus Bernardus van Daalen, notaris, en Neeltje Vollenhoven. Hij werd 22 Sept. 1829 cadet der kavalerie aan de milit. academie te Breda en toen deze naar aanleiding van den belgischen opstand tijdelijk was opgeheven werd hij 20 Nov. 1830 gedetacheerd bij het mobiele leger, en wel bij de infanterie. Hij nam deel aan den tiendaagschen veldtocht. Bij genoemd wapen werd hij 22 Dec. 1831 tot tweeden luitenant benoemd en in 1834 bij de grenadiers te 's Gravenhage geplaatst. Op 2 Mei 1842 werd hij benoemd tot eersten luitenant.
Op 5 Sept. 1842 verkreeg hij op zijn verzoek eervol ontslag uit den militairen dienst en werd hij tegelijk benoemd tot rijksontvanger te Bennekom. Hij bouwde daar een woning Dorpzicht.
Op 1 Juni 1849 werd hij in het kiesdistrict Elspeet door de eigenerfden tot lid der Provinciale staten van Gelderland gekozen. Ingevolge de nieuwe kieswet, waarbij op 3 Sept. 1850 verkiezingen gehouden werden, herkoos het district Arnhem hem. Op 9 Jan. 1851 werd hij benoemd tot secretaris van Ede.
Door zijn medeleden werd hij 6 Nov. 1851 tot lid van Gedeputeerde staten van Gelderland gekozen, hij verkreeg nu eervol ontslag als secretaris. Door de wijziging der kiesdistricten in Nov. 1852 werd hij als lid der Staten aan het district Ede toegewezen. Hij bleef tot zijn overlijden lid voor dat district en ook lid van Gedeputeerden.
Hij heeft veel moeite gedaan tot verbetering der afwatering van de Geldersche Vallei, die nog steeds veel te wenschen overlaat.
Bij de watersnooden van 1855 en 1861 maakte hij zich verdienstelijk. Hij begeleidde koning Willem III bij zijn bezoek aan de overstroomde landen.
Hij huwde 7 Oct. 1842 Johanna Cornelia Cau, weduwe van Mr. Jan Paul Th'eodore Cau, geb. 4 Jan. 1817, overl. 29 Dec. 1845 en 8 Juni 1847 haar zuster Christina Levina Cau, geb. 1 Sept. 1815, overl. 7 Febr. 1893. Uit het eerste huwelijk had hij 2 zonen en 2 dochters, uit het tweede eveneens 2 zonen en 2 dochters. Onder de laatsten is te noemen Mr. Albertus van Daalen, die zich ook voor de afwatering der Geldersche Vallei zeer verdienstelijk gemaakt heeft en die groote heideontginningen in Drente beheert.
Zie: E.A.P. Blokland, Het Brakel-Harderwijksche geslacht van Daalen ('s Grav. 1925).
Ramaer