[Carsten, Mr. Caspar Everhard]
CARSTEN (Mr. Caspar Everhard), geb. te Hoogeveen 14 Sept. 1760, overl. aldaar 24 Dec. 1809, was de oudste zoon van Mr. Hendrik Jan Carsten en Aleida Rosendal.
Hij werd te Groningen als student ingeschreven 23 Sept. 1776 en promoveerde aldaar 30 Juni 1781 op een dissertatie getiteld: De societate.
Hij was in 1787 en 1788 comparant ten landdage, sedert 1791 ontvanger der collaterale successie, en werd 30 Mei 1799 in het kiesdistrict Assen gekozen tot lid van het Vertegenwoordigend lichaam. Hij bleef dit tot 17 Oct. 1801, toen dit lichaam als gevolg van den staatsgreep van 19 Sept. te voren gedissolveerd werd.
Op 22 Oct. 1801 werd hij door het nieuwe Staatsbewind benoemd tot lid van het wetgevend lichaam voor het departement Overijsel waarmede Drente vereenigd werd. Maar op 16 Nov. 1802 nam hij als zoodanig ontslag daar hij benoemd was tot lid van den etstoel (het gerechtshof) van Drente. Hij werd op 25 Oct. 1803 benoemd tot raadsheer in het Nationaal gerechtshof in den Haag, maar hij nam die betrekking niet aan. Hij werd in 1805 raadsheer in het gerechtshof van Drente, wat hij tot zijn overlijden bleef.