[Bruinsma, Josephus Joannes]
BRUINSMA (Josephus Joannes), geb. te Leeuwarden 5 Oct. 1805 en aldaar overl. 26 Maart 1885, zoon van Annastatius Josephus, die voorg., en J.M.A. Metz. Hij bleef ongehuwd en was van beroep apotheker, die de scheikunde beoefende en vooral de botanie. Als zoodanig schreef hij Flora Frisica, of Naamlijst en kenmerken der zigtbaar bloeijende planten in de prov. Friesland (Leeuwarden 1840). Tientallen leerlingen leidde hij op tot apotheker en plattelands-geneesheer. Hij was lid van de Geneeskundige Commissie in zijn geboortestad, dertig jaar lid van den Gemeenteraad, en wethouder. Van hem verschenen verschillende opstellen over de friesche meren, het Roode Klif, de natuurkundige plaatsbeschrijving van Friesland, de nevelboog van 1847, de verandering van carbon in silicium, over Mr. D.H. Beucker Andreae, nasporingen van eenige granen, waterpest, kol- of heksenkringen, de natuurlijke gesteldheid en de geologische kaart van Friesland in allerlei tijdschriften.