afzweren en weigerde, nu hij eenmaal den eed van trouw aan den Koning had afgelegd, thans een eed te zweren aan den Prins van Oranje. Ofschoon men in de gevangenis allen druk op hem uitoefende om hem over te halen, vooral ook met het oog op zijn vrouw en kinderen, bleef hij standvastig.
Intusschen droeg de Prins van Oranje het bevel over het land van Arkel op aan Rutger van Carnes. De broeder van Boschotius, raadsheer in den geheimen Raad des Konings, trachtte nog door een schrijven het leven van zijn broeder te redden, maar de uitwerking was anders dan hij begeerde, want Carnes beval den 8en Sept. het doodvonnis te voltrekken.
Zie: Opmeer, Martelaarsboek.
Kleijntjens