[Boleij, Petrus]
BOLEIJ (Petrus), geb. te Horst 19 Mei 1771, overl. op het kasteel de Holtheide bij Wachtendonck 8 Mei 1814, zoon van Andries en Joanna van de Ven, werd in 1794 priester gewijd, werd kapelaan te Meerlo, en vervolgens in 1799 tot pastoor te Well (Lb.) benoemd. Wegens het schrijven van een brochure tegen den nieuwingevoerden catechismus geraakte hij in groote moeilijkheden met het fransche bestuur, dat een huiszoeking in de pastorie liet instellen, echter zonder resultaat, daar de pastoor al zijn boekjes en aanteekeningen in de zandbergen achter het dorp had laten begraven. Door zijn weigering het Te Deum te zingen en de vijandige gezindheid van den adjoint te Well, moest hij in het begin van Aug. 1811 vluchten. Op het kasteel de Holtheide bij Wachtendonck vond hij een verblijf bij de met hem zeer bevriende familie de Cabanes, waar hij het volgend jaar aan een borstkwaal overleed.
Zie: Maasgouw (1907), 74-75.
Verzijl