[Boechamer, Marcilius]
BOECHAMER (Marcilius), kartuizerprior, overl. in 1457 of 1458 bij Arnhem. In 1414 verbleef hij als student aan de universiteit te Keulen. Later trad hij in het kartuizerklooster Monnikhuizen bij Arnhem, waar hij als monnik is geprofest. Na het overlijden van dom Joannes in 1436 of begin 1437 volgde hij dezen op als prior van het klooster, en wel onder moeilijke omstandigheden. Er was sprake van het vertrek van het convent naar andere huizen der orde, vermoedelijk in verband met de troebelen in Gelderland en de ontevredenheid tegen den hertog. Marcilius Boechamer was in 1438 op het generaal kapittel in de Grande Chartreuse tegenwoordig. Hij verkreeg daar op zijn dringend verzoek ontheffing van het prioraat te Monnikhuizen. Hij werd als prior van dat huis opgevolgd door Garcilius van Gruythuys (zie art.). Tegelijkertijd benoemde men hem tot prior van het ‘Hollandsche Huis’ buiten Geertruidenberg. Hoe lang hij dit klooster heeft bestuurd, kan niet nauwkeurig worden vastgesteld. De akten van het generaal kapittel in de jaren 1439-49 vermelden telkens slechts, dat aan den prior van Geertruidenberg geen ‘misericordia’ is verleend. In 1449 werd echter op het generaal kapittel het overlijden gemeld van Henricus Best, prior van Geertruidenberg, zoodat waarschijnlijk reeds eenige jaren eerder het bestuur van Boechamer tusschentijds een einde had genomen. Hij is vervolgens naar Monnikhuizen teruggekeerd, waar hij als vicarius van het klooster is gestorven.
Zie: H. Keussen, Die Matrikel der Univesität Köln (1389 bis 1559) I (Bonn 1892), 138; Chartae Capituli Generalis Ordinis Cartusiensis (ms. Certosa del Galluzzo, Florence); H.J.J. Scholtens, De priors van het kartuizer klooster Monnikhuizen bij Arnhem in Archief v.d. Gesch. Aartsbisd. Utrecht (1932), 50-51.
Scholtens