[Biesbrouck, Petrus Franciscus van]
BIESBROUCK (Petrus Franciscus van), of van Biesenbroeck, geb. te Meenen in Vlaanderen omstreeks 1672, overleed als oud-katholiek pastoor te Delfshaven. Hij was priester van het bisdom Doornik, pastoor te Wevelghem sinds 1703 en stond bekend als vurig jansenist. Hij was een der voormannen van het bisdom, die in beroep gingen tegen de pauselijke bul Unigenitus door den bisschop afgekondigd, 2 Aug. 1714. Hij weigerde zich te onderwerpen; in zijn parochie ontstonden oploopen, rustverstoringen en opstand tegen den pastoor. Ten slotte werd hij door zijn parochianen verdreven, 29 Mrt. 1719. Hij bleef zich echter te Meenen ophouden en werd aldaar gesuspendeerd a divinis, 12 Nov. 1719. 1728 werd hij als pastoor ontzet van zijn parochie, welke zoolang bediend was door een desservant. Hij vluchtte na een verblijf te Roncq naar Holland met verschillenden zijner partijgenooten en werd door den oud-katholieken bisschop Barchman Wuytiers aangesteld als pastoor te Delfshaven 21 Mei 1729, waar hij 1732 nog werkzaam was.
Zie: Analectes hist. eccl. Belg. XXXIX (1913), 419; Bijdr. bisdom Haarlem XVII (1891), XXV (1900), 247; A. Coulon, Hist. de Wevelghem (Bruges 1890), 246.
Fruytier