[Aefferden, Albert Pierre Joseph burggraaf van]
AEFFERDEN (Albert Pierre Joseph burggraaf van), geb. te Roermond 1 Febr. 1808, overl. aldaar 14 Oct. 1892, zoon van Jan Baptist Alexander Frans Joseph (dl. I, kol. 35) en van Maria Agnes Brigitta Henrica Petit. Hij was heer van Golten en Browis, majoor der burgerwacht van Hamont, voorzitter der commissie tot restauratie der Munsterkerk te Roermond, voorzitter van den kerkeraad zijner parochie en van de koninklijke harmonie van Roermond. Hij werd door de bezitters van riddergoederen afgevaardigd naar den landdag der Rijnprovincie en was ook erfelijk lid der Staten van den kring Gelder. Bij breve van 15 April 1835 ontving hij het kruis van de Leopoldsorde, wegens krijgsverdiensten aan het hoofd van zijn regiment in Aug. 1831, in belgischen dienst. Ook droeg hij krachtdadig bij tot het doen herleven van den nationalen geest te Roermond en het aanwakkeren van den tegenstand. Hij wierf tot dat doel een groot aantal vrijwilligers aan, die hij uit eigen middelen bewapende, toerustte en bezoldigde. In 1868 verhief de koning van Pruisen zijn erfgoederen Golten en Browis tot een heerlijkheid met een erfelijken zetel in de Staten van den kring Gelder. De koning van België stond hem bij besluit van 21 Febr. 1871 en bij gewaarmerkte brieven van 11 Dec. d.a.v. toe om den titel van burggraaf, door den koning van Spanje aan zijn overgrootoom E.J.C. van Aefferden (vgl. artikel) verleend, weder aan te nemen. Hij was 7 Febr. 1850 te Tongeren gehuwd met Mathilde Maria Robertina barones de Rosen de Dilsen, geb. te Tongeren 8 Aug. 1823, overl. te Roermond 8 Oct. 1885; uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren.
Zie: A. Pety de Thozée, La Famille van Aefferden. Notice Historique et Biographique (Liège 1904), 22-27; Le Livre d'or de l'Ordre de Leopold II, 42; Ned. Adelsboek, 1912.
Verzijl