[Vloten, Ds. Willem van]
VLOTEN (Ds. Willem van), geb. te Utrecht 8 Aug. 1780, gest. te Kampen 4 Nov. 1829. Studeerde van 1797 tot 1803 in Leiden in de theologie, promoveerde aldaar op Specimen philologicum continens descriptionem ms. Bibl. Lugd. Bat. partemque excerptam arabicae pentateuchi mosaici, stond achtereenvolgens te Schermerhorn (1803-1807), Katwijk (1807-1814) en Kampen. Hij was een verlicht, geletterd predikant, op de hoogte van de wetenschap van zijn tijd. Geschriften van zijn hand zijn o.a. Het Leven van Waarmond en Vrolijkhart (Schermerhorn 1803); Verhandeling over de tegenwoordige Lauwheid en Onverschilligheid in den Godsdienst, derzelver Oorzaken en Geneesmiddelen (Leiden 1807); Viertal leerredenen, samen met N.S. Hoek uitgegeven ('s Hertogenbosch 1822); Synodale Leerrede ('s Gravenhage 1825); Leerrede ter aanprijzing van het Nederlandsch Genootschap tot zedelijke verbetering der gevangenen, enz.
Uit zijn 12 Jan. 1817 te Kampen gesloten huwelijk met Martha Johanna Spree werden geboren Johannes, die voorgaat, Anna Cornelia (1819), die huwde met Hendrik Gerard Hamaker (zie dl. III, kol. 535), en Hendrik (1822), die spoedig overleed.
Zie over Willem van Vloten: Het Geslacht van Vloten, genealogie met biographische aanteekeningen door D.G. van Epen ('s Gravenhage 1907) en M. Mees-Verwey, De betekenis van Johannes van Vloten (Diss. Leiden 1928).
Mees-Verwey