herder, Rom. ruïne, landschap met vee, geiten; Parijs, Coll. Dutuit; grazende koe en 2 schapen, jager bij vijver, vertrek voor de jacht, kudde bij rivier, Mercurius en Argus; Weenen, Albertina: jongen met hand in boezeroen, koeien en herders aan water, plunderende soldaten, herders en herderinnen bij gebouw, waterval, Hagar en engel; Kassel, coll. Habich: landschap met herders en vee; Londen, Sir Rob. Witt: liggende jongen, melkende vrouw; verz. V. de Stuers (vroeger den Haag): paarden, koeien en herders, jonge man, jonge vrouw; Dresden, Prentenkabinet: twee naakte vrouwen, schapen, landschap; München, Prentenkabinet: boomrijk landschap; Darmstadt: liggende naakte vrouw, een veer; Bremen, Kunsthalle: stal, jonge boer; verz. Fairfax Murray (Engeland): landschap met vee op oever van een rivier, landschap met figuren, ezel, rustend vee; verz. J.P. Pierpont Morgan, New York: koe (2), kniefiguur van een jongen; veil. R.W.P. de Vries, 20 Dec. 1927: jonge man naar rechts (dezelfde ook op veiling 26-27 Juni 1928); veil. de Robiano (F. Muller - Mensing) 15-16 Juni 1926: blaffende hond (vroeger coll. Heseltine), en verschillende andere verkoopingen.
A. v.d. V. heeft ook een 26-tal etsen gemaakt, die uitmunten door kleurrijkdom en warmte der tonen; het zieleleven der dieren weet hij vooral in zijn etsen zeer goed weer te geven en door de eenheid, die er heerscht tusschen den gemoedstoestand der dieren en het landschap, weet hij een idyllische stemming te verwekken. Zijn etsen bestaan uit een reeks van 10 en een reeks van zes (alle met dieren), die gemaakt zijn na eenige prenten uit 1653 (vroegst gedat. werk v.v.d. V.), waarbij de figuren hoofdzaak waren.
Naar zijn werk graveerden vooral veel Franschen: Devilliers, Franquinet, W. Unger, A. Blooteling, Hulk, G. Craeyvanger, J. Bemme, Chataignier, L. Desbrosses, P.J. Arendsen, Barns, A. Numans, Varin, C.W. Mieling, S. Legrosse, Daudet, T.S. Cooper, van Lier, J.J. de Boissieu, H. Adam, Weissbrod, P. Halm, J.W. Kaiser, Courtry, J. Scott, R. Muys, E. Yon, W. Krauskopf, J. Döbler, C. Josi. C. Ploos v. Amstel, C. Brouwer, E.W.J. Bagelaar, Desauls Guyot, A. Mongin, A. Vinkeles, L. Gaucherel, Geissler, F.L. Huygens, J.E. Varelen, B.P. Gibbon. J. Bemme Azn., D. Merrem, Straub, Beaugeau, Anth. v.d. Haer, Steingrübel, E. de Loose, B.F. Basan, Auer, J.A.R. Best, J. Gronsvelt, P. Chenu, J. Ditmar, M.E. Simons, S. Penet, J. Pelletier, A. Duvivier, E. de Ghendt, Lorieux, Duplessis - Bertaux.
Zijn geschilderd zelfportret is in de verzameling D.F. Scheurleer te 's Gravenhage (tentoonst. 's Gravenh. 1908). Zijn portret is afgebeeld in Ch. Blanc, Histoire des peintres Ec. holl. II, en een ander bij Houbraken, III, 96, gegraveerd door D. Jongman; voorts een litho door Hesse.
Zie: C. Hofstede de Groot, Beschreibendes und kritisches Verzeichniss der Werke der Maler des XVII. Jahrh. (Essling a.N., Paris 1911), deel IV, p. 477-608; A.v. Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon (1910) I, p. 748; A. Bredius, Künstlerinventare: G. 30, Z. 63, G. 101, P. 268, G. 343, G. 423, P. 750, G. 855, K. 856, K. 857, K. 1196, G. 1238, 1252, 1533; E.W. Moes, Aanteekeningen Rijks Prentenkabinet afd. prenten, schilderijen; v.d. Kellen, Aanteekeningen aldaar; P. Kristeller, Kupferstich und Holzschnitt in 4 Jahrh. (Berlin 1911) 370 f, 393; A.H. Hind, A short history of engraving and etching (London 1911), 193, 357; Cat. exhibition of Dutch art 1450-1900 (London 1929), 274, 713, 714;