[Nagtglas, Frederik]
NAGTGLAS (Frederik), geb. te Utrecht 7 Nov. 1821, overl. te de Bilt 19 Aug. 1902, was de zoon van Cornelis Johannes Marius Nagtglas en Wilhelmina Michel.
Hij studeerde van 1843 tot 1845 te Delft en deed in laatstgenoemd jaar met goed gevolg examen voor ijker. Hij werd in 1846 te Middelburg geplaatst als arrondissements-ijker en burgerde zich daar spoedig in. In 1862 werd hij bibliothecaris van het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen. Hij heeft als zoodanig zeer veel nuttigs verricht en de door hem geschreven werken getuigen van zijn speurzin, bekwaamheid en vlijt.
In 1875 ontving hij op zijn verzoek eervol ontslag als ijker.
Hij huwde 1 Sept. 1848 Maria Petronella Wilhelmina Ermerins, geb. 26 Oct. 1824, overl. 16 Oct. 1871 en 24 Sept. 1873 Françoise Carolina Gunning, geb. 19 Dec. 1830, die hem overleefde. Bij de eerste vrouw had hij een dochter.
Hij schreef: Een bouwval in Nederland (Vere) in Vaderlandsche letteroefeningen 1859, 2e deel, 533; Een bezoek aan Walcheren 1860 (Midd. 1862); Het huisgezin van den kaperkapitein in Leeskabinet 1862; De kerkeraad der Nederduitsch- Hervormde gemeente te Middelburg tegenover de Doopsgezinden, Voetwasschers en Martinisten van 1574 tot 1608 in Janssen en van Dale, Bijdragen tot de oudheidkunde en geschiedenis, inzonderheid van Zeeuwsch Vlaanderen, 6e dl. (1863), 237; Iets over een handschrift, getiteld: Genealogie van den huyse van Borssele, ald., 266; Koning Lodewijk op Walcheren in Navorscher 1869, 593; Luchtverhevelingen, waargenomen in 1643 en 1673, in hetz. 637; Job Basler, M.D., een geleerde Zeeuw, honderd jaar na zijn sterven herdacht (Midd. 1875); Zeeuwsch Vlaanderen, een achterhoek aan den overkant in Eigen Haard 1876, 234, 245 en 253 en 1880, 107, 122 en 125, Een kijkje in Zuid- Beveland in hetz. 1876, 123; Domburg, in hetz. 1877, 222 en 230; Grafmonumenten in de kerken te Kapelle (Zuid-Beveland) en Serooskerke (Walcheren) in Ned. Spectator van 19 Oct. 1878; Gids voor Middelburg en omstreken, 2e dr. (Midd. 1878); Een paar merkwaardige gevels te Middelburg in Eigen Haard 1882, 94; De echo van het oude huis te Zierikzee, in hetz., 533; Onze voorouders, een eerste
hoofdstuk uit de geschiedenis van Zeeland (Midd. 1883); Voorwoord