MOM (Roelof), heer van Kemmena of Kemnade bij Didam, overl. in 1481, zoon van Frederik, heer van Ludenhorst, was de stichter der Didamsche lijn van het geslacht Mom, wordt in 1440 vermeld, toen de stad Arnhem hem zijn vordering van 24 rijnsche guldens uitbetaalde; hij was richter te Didam, vermeld als zoodanig 1459, 1466, 1467 en 1469. In 1440 werd hij, eveneens
[pagina 1169]
[p. 1169]
in 1450 en 1466 met Ludenhorst beleend, dat een leen was der heeren van den Berg of 's Heerenberg; in 1443 met Kemnade te Didam. Hij wordt vermeld als leenman der heerlijkheid Berg 1443 en 1457 en als leenman der heerlijkheid Didam 1473. In 1477 maakte hij een magescheid met Hille van Harderwijck en wordt in hetzelfde jaar als staande aan het hoofd van den Didammer-adel vermeld. In 1481 was hij niet meer in leven. Hij was denkelijk gehuwd met een dochter van Aelt van Harderwijck en Gueda van Lennep, uit welk huwelijk twee zonen: Aelt (zie art. kol. 1166) en Ernst, vermeld 1473-91.
Zie: H.M. Werner, Bijdrage tot de genealogie van het geslacht Mom in Heraldieke Bibliotheek N.R. V, 2-3 (1883), 147-149.
Auteursrecht onbekend