Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Mom, Johan (1)]

MOM (Johan) (1), heer van Kemmena of Kemnade, vermoord in 1575, zoon van den vorige en Johanna van de Poll, werd na den dood zijns vaders in 1559 met Camphusergoed en 2 Jan. 1560 met Ludenhorst beleend, werd op voorstel van zijn schoonvader Jacob Pieck voorgeslagen als pandhouder van het ambt van Maas en Waal en als dusdanig aangenomen, niettegenstaande den tegenstand der Ridderschap, 1565. In 1566 werd hij met Kemnade te Hengelo beleend; kreeg 21 Sept. van dat jaar van Karel van Brimen, stadhouder van Gelderland, opdracht om eenige ketters en beeldstormers te vervolgen en gevangen te nemen. Als ambtman publiceerde hij in zijn ambacht de crimineele ordonnantie van koning Philips II, maar protesteerde daartegen tevens voor zoover

[p. 1168]

zij zijn rechten aantastte, 23 Jan. 1571; verscheen op de Riddercedul van Nijmegen 1570 en 1575, huwde volgens huw. contr. van 27 Maart 1560 Anna Pieck, dochter van Johan, heer van Yzendoorn en hertrouwde Maria van Isendoorn, dochter van Alard en Rembalda van Neringen. Uit het eerste huwelijk: Frederik (welke 5 Febr. 1576 ruim 14 jaar oud was, werd met Kemnade en met de hofsteden Hengerloe en Hertzwegen Morte te Didam 22 Mei 1576 beleend en 9 Juni 1577 ook met Ludenhorst; hij overleed in 1582 of 1590 ongeh.), Jacob (zie dl. III, kol. 876), Maria (huwde Evert Dunnewald en hertrouwde vóór 1593 Arnt de Cock van Delwijnen, richter van Wageningen, in de ridderschap van Veluwe 1586-98, zoon van Johan en Anna de Ruyter; zij erfde het goed Kemnade van haar broeder Frederik en werd als erfgename harer tante Isabella Pieck 22 Febr. 1593 met ⅓ van het Hooge Huis te Beesd beleend), Johanna (huwde volgens huw. contr. van 25 Febr. 1590 Arent Pieck, heer van Sleburg, en Schadewijk, spaansch ritmeester 1618, 23).

Zie: H.M. Werner, Bijdrage tot de genealogie van het geslacht Mom in Heraldieke Bibliotheek N.R. V, 2-3 (1883), 158-162; W.J. d'Ablaing van Giessenburg, De Ridderschap van het Kwartier van Nijmegen, 88.

Verzijl