[Luelkens, Gyse]
LUELKENS (Gyse), geb. te Westergeesen bij Kollum, terechtgesteld te Groningen einde Dec. 1570.
Hij was bij het begin van den opstand naar Oostfriesland uitgeweken en diende als matroos op een schip dat naar Newcastle zeilde, waar de reeders hun schip verkochten. Op 25 Juli 1570 keerde hij uit Schotland naar Kopenhagen terug, en was einde Sept. 1570 in Emdem. Hij wendde zich tot een Brabanter en vroeg dezen ‘ofte daer ock scepe van orloge yn de Oster-Emze legen’. De Brabanter gaf hem een brief van aanbeveling mede voor Adriaan Menninck, kapitein der Watergeuzen, die met zijn schip bij Norden lag. Maar Gyse Luelkens kwam op het schip van Lancelot van Brederode, die hem als stuurman aannam. Op dit schip nam hij aan verschillende plundertochten deel. In najaar 1570 werd hij in een herberg in Norden door kapitein Hans Carré, alias Hans Schotman, aangeworven, weer als stuurman; de Watergeuzen plunderden op de Eems, maar werden door het ijs te veel belemmerd. Toen het schip bij Rottum lag, verliet hij zijn makkers, met het plan om over land in het geheim naar Emden te trekken. Hij viel echter bij Warfum den Spanjaarden in handen, die hem gevangen naar Groningen voerden, waar hij 18 Dec. 1570 werd verhoord.
Zie: Franz, Ostfriesland und die Niederlande 294; Staatsarchiv Düsseldorf, Niederrheinisch Westfalisches Kreisarchiv X, no. 62, vol. II fol. 33 volg.
Vogels