[Loon, Petrus van]
LOON (Petrus van), geb. te Deurne 11 Dec. 1682, overl. te Wanssum 31 Dec. 1763, zoon van Jan van L. en Maria van Enckevoirt, aanvaardde den geestelijken stand en werd na zijn priesterwijding kapelaan te Meijel. Hij werd na den dood van Adolf Beuyssen (overl. 18 Febr. 1727), door Agnes Ursula barones van Rheede van Athlona, weduwe van Dirk Wolter van Lijnden, heer van Blitterswijck en Wanssum, die het vergevingsrecht dier parochie had, aan den bisschop van Roermond, als pastoor voorgedragen; deze stelde hem 1 April 1727 als zoodanig aan; zijn installatie had 24 Juni d.a.v. plaats. Hij bediende meer dan dertig jaar deze parochie, werd gedurende dien tijd in vele moeilijkheden gewikkeld. Vooreerst had hij in 1760 met de schepenen processen te voeren over te zware belastingen en hij kwam met hen ook in twist over de verdeeling der armengoederen. Pastoor van Loon wilde de bedeeling uit de armenfondsen volgens zijn opvatting regelen en alleen de armen ondersteunen, welke een braaf christelijk leven leidden en geen anderen, die zich minder goed gedroegen. Hij is vooral bekend geworden door zijn stichtingen voor den arme. Hij vermaakte aan de armen van Horst twee naast elkander gelegen waarden, te zamen groot 6½ morgen, aan die van Meerlo de Koeweide en Kampweide, groot ongeveer 5½ morgen, aan die van Swolgen en Tienray de helft der opbrengst zijner meubelen en aan de armen van Helden een bouwland aldaar gelegen. Al deze stichtingen staan