[Lens, Philippe Balthazar Marie Ghislain graaf de]
LENS (Philippe Balthazar Marie Ghislain graaf de), baron de Meulebeke, geb. te Gent 6 Jan. 1765, overl. aldaar 20 Mrt. 1830, was de zoon van Robert Marie Alexandre Ghislain graaf de Lens en Marie Josephe Robertine Ghislaine barones de Zinzerling. Hij behoorde tot de onafhankelijken, zooals er in Vlaanderen onder den voornamen stand velen werden aangetroffen. Zonder ultra-clericaal of ultra-liberaal te zijn, was hij geen vriend van het fransche régime. Zoodra de bondgenooten België veroverd hadden, werd hij in 1814 maire van Gent. Hij werd 1 Sept. 1815 door Willem I tot lid der Eerste Kamer benoemd en 20 Aug. 1817 gecontinueerd, nu als burgemeester van Gent. Op 19 Sept. d.a.v. werd hij curator van de hoogeschool te Gent. Hij was zeer met het nederlandsche bestuur ingenomen en werd dan ook bereid bevonden, toen de Koning hem 3 Juni 1819 tot gouverneur van Oost-Vlaanderen benoemde, die betrekking te aanvaarden. Hij ontving, daar het lidmaatschap der Eerste Kamer hiermede niet vereenigbaar was, als zoodanig 15 d.a.v. ontslag. Op 2 Febr. 1819 schreef hij aan den minister van Justitie van Maanen (dl. III, kol. 803) over verspreiding van roomsch-katholieke libellen tegen den Koning, dat deze zoo geheimzinnig geschiedde, dat het voor politie noch geheime politie mogelijk was, achter de namen der schrijvers te komen. Als gouverneur schreef hij 15 Mei 1822 aan denzelfde, naar aanleiding van de benoeming van den priester Rijckwaert tot kanunnik te Gent en van een complot, daarna door dezen tegen de regeering gesmeed, eenige verontwaardigde zinnen.
Om gezondheidsredenen verkreeg hij op zijn verzoek eervol ontslag bij koninklijk besluit van 13 Juli 1826 met ingang van 21 d.a.v. Tegelijk werd hij weder tot lid der Eerste Kamer benoemd, het- welk hij tot zijn dood bleef.
Hij huwde omstreeks 1797 Reine Marie Ghislaine barones de Lichtervelde, bij wie hij 2 dochters had.
Ramaer