[Leiden, Laurens van]
LEIDEN (Laurens van), kartuizer, overl. te Utrecht op 16 Juli omstreeks 1482. Hij was geprofest monnik van het kartuizerklooster Nieuwlicht buiten Utrecht, waar hij tot aan zijn dood het ambt van vicarius heeft bekleed. In zijn tijd bloeide in dit klooster de kunst van het afschrijven en verluchten van boeken. Ook hij heeft in zijn cel de schrijfkunst beoefend. In de utrechtsche universiteitsbibliotheek worden nog 2 handschriften, afkomstig uit de librije van Nieuwlicht, bewaard, die Laurencius Leydis heeft vervaardigd, n.l.: no. 188 (Membr. tol. 172 ff. 2 col.): Dionysius Cartusiensis, Expositio in ll. Regum et Paralipomenon, door hem voltooid in 1480; no. 355 (Membr. 40. 168 ff.): Glossarium in Bibliam Latinam e vers. Hieronymi, sed. ord. librorium, door hem voltooid in 1462. ‘De tabula vocabulorum biblie’ in dezen codex (fol. 147a-168b) is door Wermbout van Leiden (dl. VII, kol. 738) geschreven.
Het graf van Laurens van L. bevond zich aan de westzijde van het groote pand van het klooster bij den buitenwand.
Zie: L. van Hasselt, Het Necrologium van het Karthuizerklooster Nieuwlicht of Bloemendaal buiten Utrecht in Bijdr. en Med. Hist. Gen. Utr. 1886, IX, 289, 298, 355; Catal. codicum mss. Bibl. Un. Rheno- Tr. I (1887), nos. 188, 355; K. Meinsma, Middeleeuwsche Bibliotheken, 154 en vlg.; AW. Byvanck, Utrechtsche miniaturen in Het Gildeboek, 6e jrg.; A. Hulshoff, Uitgaven voor de Boekerij van het Karthuizerklooster te Utrecht in de jaren 1466-1470 in Buch und Bucheinband, Aufsätze und graph. Blätter zum 60. Geburtstage von Hans Loubier (Leipzig 1923).
Scholtens