[Korthals, Pieter Willem]
KORTHALS (Pieter Willem), geb. te Amsterdam 1 Sept. 1807, overl. te Haarlem 8 Febr. 1892. Na eenigen tijd aan het Rijksherbarium te zijn werkzaam geweest, werd hij benoemd tot lid der natuurkundige commissie, inzonderheid belast met botanisch onderzoek (25 Juli 1830). Daartoe bezocht hij Java, Sumatra en Bandjermasin (1833-36). De vruchten zijner nasporingen maakte hij in tal van geschriften bekend. In 1837 keerde hij naar patria terug, waar hij zijn aanteekeningen bewerkte omtrent het Botanisch gedeelte van de verhandelingen over de natuurlijke geschiedenis der nederl. overzeesche bezittingen. In 1843 verliet hij 's lands dienst om zich te wijden aan de studie der bespiegelende wijsbegeerte. Uit zijn nalatenschap is een Korthalsfonds gesticht, waarvan de rente om de twee jaar aan de Kon. acad. van wetensch., afd. wis- en natuurkunde geschonken wordt, te bestemmen in het belang der botanie. Het palmengeslacht Korthalsia herinnert mede aan hem.
Zie: Encyclopaedie van Ned. Ind. i.v.
Bartelds