[Kock, IJsbrandus]
KOCK (IJsbrandus), geb. te Enkhuizen 9 Aug. 1678 en aldaar overl. 19 Oct. 1727, was de ijverige tegenstander van het Jansenisme in die stad en omstreken. Hij stamde uit een aanzienlijke familie, die verschillende magistraten en in 1761 een gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië onder hare leden telde. Zijn lagere studiën deed hij te Emmerik en trad 15 Oct. 1696 te Mechelen in het Noviciaat der Jezuïeten. Hij was eerst leeraar in het Jezuïetencollege te Maastricht en sinds 1709 als missionaris in Enkhuizen werkzaam, waar buiten de drie pastoors, die allen tot de partij van den vicaris Codde behoorden, geen enkele priester zich bevond. Daar zijn oom burgemeester was, werd P. Kock gemakkelijk als gewoon burger door den magistraat toegelaten, maar kreeg geen vergunning om de priesterlijke bediening uit te oefenen. Hij richtte nu ten huize zijner zuster een kapel in, waar K. in het geheim kerkdienst hield voor de aan Rome trouwgebleven Katholieken. De andersgezinde priesters, hierover verbolgen, klaagden hem aan en slaagden er in den missionaris 150 gulden boete te doen betalen. Dit alles schrikte P. Kock niet af; nu eens als soldaat of schipper, dan weer als geneesheer verkleed, nam hij zijn priesterlijke functie waar. Zijn tegenstanders noemden P. Kock spottend ‘het Orakel van Enkhuizen’.
Zie: Arch. Utr. X, 28.
Kleijntjens