[Kelffken, Arndt of Arnold]
KELFFKEN (Arndt of Arnold), ook Kelfken, geb. te Nijmegen waarschijnlijk omstreeks 1575, overl. aldaar na 1639, zoon van Johan, die volgt. Hij bekleedde in zijn geboorteplaats gedurende vele jaren het ambt van schepen en richter. Ook is hij herhaaldelijk tot burgemeester gekozen. Verder was hij gedeputeerde van het nijmeegsche kwartier en in 1630 afgevaardigde ter generaliteit. Bij het verzetten van de wet in deze hollandschgezinde stad (1618) behoorde hij tot de enkelen, die door prins Maurits gehandhaafd bleven. In 1627 erkende de raad zijn verdiensten door hem een verguld zilveren beker te vereeren. Zijn naam leeft nog voort in het z.g. Kelfkensbosch, dat door hem in 1622 werd aangelegd. Zijn laatste bestuursjaren kenmerkten zich door het hevig woeden van de pest, die in één jaar (Aug. 1635-36) zes duizend burgers der stad het leven kostte.
Hij huwde te Nijmegen (18 Febr. 1599) met Alida van Herwaarden. Hun kinderen waren Willem, Jan Arnold, Neeltje, Jacob en Maria.
Het familiewapen vertoont een veld van zilver met drie banden van sabel en een vlucht tot helmteeken, waarop herhaling van het wapen.
Zie over hem en den volgende: v.d. Meer v. Kuffeler, Nijmeegsche regeeringsgeslachten in Alg. Ned. fam. blad 1891.
Bartelds