Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8
(1930)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 901]
| |
dichter Johannes Immerzeel Jr. (dl. VI, kol. 829). Hij was gehuwd met Cornelia de Koning Roelofsdr. Van zijn hand bestaan verschillende, meest gelegenheidsgedichten, o.m. Eeuwzangen bij den aanvang der negentiende eeuw der Kristen jaartellinge enz. op den eersten der Louwmaand des jaars 1801 (Dordr. z.j.); Dichterlijke opwekking bij het godsdienstig vieren der eerste verjaring van Dordrechts nood en uitredding. In Slaglmaand 1813 (Dordr. 1814); Welkomstgroet, by het wederkeeren onzer stadgenooten uit den gewapenden dienst van het Koningrijk der Nederlanden, tot welken zij zich, vrijwillig, hadden verbonden, tijdens den bedreigden vijandelijken aanval in den aanvang van den Jare 1815 (z.j.); By den broederlijken maaltyd, gegeven door de Edele Achtbare heeren burgemeesteren der stad Dordrecht op den 18den November 1816 onz (z.j.); Dordrechts Blijdschap bij het te water loopen van een nieuw gebouwd fregatschip, en het onmiddellijk in deszelfs plaats op stapel zetten van een ander op den 14 van Lentemaand 1835 (Dordr. 1835); By hel plegtig leggen van den eersten steen voor het nieuwe kerkgebouw der Roomsch Katholieke Gemeente te Dordrecht, op den 16 van Grasmaand 1823 (z.j.); Dichterlijke opwelling bij het hooren der ongepaste feeslrede in de Roomsch-Katholijke kerk te Dordrecht, uitgesproken, door eenen priester van elders, onmiddellijk na het leggen van den eersten steen voor het nieuwe kerkgebouw voor dezelve Gemeente, op den 16 van Grasmaand 1823 z.j.. van Dalen |
|