[Huyn van Amstenrade, Edmundus Hugo]
HUYN VAN AMSTENRADE (Edmundus Hugo), graaf, ridder der Duitsche Orde, zoon van Gaspar en Maria de Ruischenberg de Setterich, geb te Aken, maar behoorde metterwoon te Amstenrade thuis. Hij overleed te Oude-Biezen 9 April 1634. Hij verliet 1605 de Commanderij van Bernissem voor die van Gruitrode. 1606 werd hij landcommandeur der hoofdbalie Oude-Biesen te Bilsen bij Maastricht. In deze stad hield de landcommandeur zijn hof in de Jonge-Biesen. Hij kocht van zijn familie het kasteel Ordenge, dat hij als een commanderij inrichtte. 1621 stichtte hij te Leuven het college der Duitsche Orde voor 12 studenten, die zich voor den priesterstand in de orde bestemden. Hij betiteld zich dan landheer van Germert, Gruitrode, Sint-Peters Voren enz. Later schonk hij een zeker kapitaal. in vier studiebeurzen verdeeld, voor het college. Sinds de regeling van 1822 is de stichting voor de eene helft bestemd voor de studie der theologie en voor de andere helft voor de filosofie, rechten en geneeskunde. Sinds 1864 bezit de commissie der beurzen in de provincie Brabant het begevingscrecht. 1880 was de opbrengst 1201 frs.
In Oude-Biesen legde hij de fondamenten eener nieuwe kerk.
Hij was de edelmoedige beschermer van zijn neef Godfr. Huyn van Geleen, zie art. kol. 895.
Beiden werden in de kerk van Oude-Biesen begraven onder een grafzerk in het midden van het koor (Wolters, Notice sur l'anc. comm. de Vieux-Jones; Val. Andreas, Fasti acad. Lov. 327).
Zie: Habets, Gesch. bisdom Roermond III, 598; dez Studiebcurzen in Ned. Limburg 143; Analectes hist. eccl. Belg. XIX, 297, 301; Daris, Not hist. dioc. de Liège XII, 19, 23; Handboekje zaken R.K. eeredienst XXVI (1872), 335; Annales de l'académie d' Archéologie de Belg. XXII (1896), 60, 65, 67, 70; E. Mckenna, Het grafelijk geslacht Huyn van Amstenrade en Geleen (Sittard 1928) 69-71.
Fruytier