[Hubrecht, Mr. Pieter Glaudius]
HUBRECHT (Mr. Pieter Glaudius), zoon van Mr. Paul François, die voorgaat en van diens eerste vrouw Maria van Lelyveld, geb. te Leiden 19 Jan. 1805, overl. te 's Gravenhage 20 Sept. 1874. Op 28 Maart 1821 werd hij ingeschreven te Leiden als student in de rechten en de letteren. Hij promoveerde in de rechten 16 Mei 1827 op een dissertatie De Judiciis. Hij vestigde zich als advocaat te Leiden en werd 10 Mei 1829 tot burgemeester en secretaris van Leiderdorp benoemd, welk ambt hij tot 1 Aug. 1867 heeft bekleed. Tot 1849, onder de oude staatsregeling, had hij daartoe een jaarlijksche recognitie van 35 gld. te betalen aan de stad Leiden, als eigenares van die heerlijkheid. Van 1836-53 was hij tevensplaatsvervangend vrederechter te Leiden. Van 1838 tot zijn dood was hij lid van de hoofdcommissie der leidsche Mij. van Weldadigheid. Van 1844-51 was hij lid van den stedelijken raad van Leiden. Ook werd hem het secretarisschap van vele polderbesturen toevertrouwd. Op den leeftijd van 15 jaar gaf hij uit Korte schets der geschiedenis van Amerika, uit het Engelsch vertaald door P.G.H. (Leiden 1820).
Zijn kleindochter Abrahamine Arnolda Louise Hubrecht teekende een goed gelijkend portret van hem.
In 1828 (25 Sept.) huwde hij te Zutfen met Abrahamine Arnolda Louise Steenlack, dochter van Mr. Ambrosius, schepen van Rotterdam, later officier van justitie bij de rechtbank van eersten aanleg te Zutfen, en van Elisabeth Maria Francken; zij was geb. te Rotterdam 1807 en overleed te Leiden in 1849. Zij schonk hem drie zonen: Paul François (dl. I, kol. 1170), Ambrosius Arnold Willem (1831-53), als candidaat in de rechten overleden, en Willem Herman (dl. VI, kol. 816). Na haar dood hertrouwde hij te Zutfen 1854 met haar zuster Elisabeth Maria Steenlack (1808-76), welk huwelijk kinderloos bleef.
Bartelds