Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Hubrecht, Mr. Josias]

HUBRECHT (Mr. Josias), zoon van Dr. Johan, die voorgaat en van Sophia van Achthooven, geb. te Leiden 15 Mei 1685, overl. aldaar 17 Maart 1742. Ingeschreven als student 10 Nov. 1699, gepromoveerd in de rechten 21 Juni 1707, na verdediging van een proefschrift De Anatocismo, waarna hij zich als advocaat in zijn geboorteplaats vestigde. In 1713 werd hij door aankoop eigenaar van het huis ter Lede onder Sassenheim. In 1724 werd hij kapitein der schutterij, in 1731 raad der veertigen, in 1737 schepen. In 1740 heeft hij zijn stad ter Stat.-Gen. vertegenwoordigd.

Zijn eerste echtgenoote was Anna Agneta Hubrecht (dochter van Josias, den zoon van Jan (1), die voorgaat, en van Agneta van Peenen), geb. te Leiden 1678, aldaar overl.

[p. 874]

1712. Hun kinderen waren twee zeer jong gestorven dochters. Op 1 Aug. 1713 hertrouwde hij met Maria van Lanschot, geb. te Leiden 5 Oct. 1682, aldaar overl. 8 Jan. 1742 (dochter van Wouter Johansz van L., raad, schepen, hoofdofficier en burgemeester van Leiden, bewindhebber der O.I.C., rekenmeester der grafelijke domeinen, meesterknaap van Holland en Westfriesland, en van Justine Catarina du Tour); zij schonk hem een kind: Jan (2), die voorgaat.

Bartelds