[Hoogendijk, Laurens]
HOOGENDIJK (Laurens), geb. te Vlaardingen, gedoopt 19 Aug. 1759, overl. aldaar 10 Juni 1822, was koopman en reeder van vischschepen aldaar. Hij handelde op de Levant, waarhcen hij visch bracht en rozijnen en andere zuidvruchten terug vervoerde.
Hij werd 2 Febr. 1795 als warm Patriot aangewezen als lid der voorloopige municipaliteit van de stad Vlaardingen; op 4 Mrt. werd hij vicepresident. Toen tegen 1 Mei een college van Justitie te Vlaardingen gekozen werd, werd hij lid daarvan, terwijl hij in Juli 1796 gekozen werd tot lid van de municipaliteit dier stad. Hij was gedurende de maanden Juli, Aug. en Sept. 1796 vice-president, in Oct. d.a.v. president en in Jan., Febr. en Mrt. 1797 weder vice-president van dat college.
Op 2 Aug. 1797 werd hij gekozen tot tweeden plaatsvervanger van den tot lid der Nationale vergadering gekozene. Toen deze tot lid der commissie voor het ontwerpen eener constitutie gekozen werd en de eerste plaatsvervanger reeds voor een ander district zitting had, trad Hoogendijk tijdelijk als lid op en nam 2 Oct. zitting. Hij behoorde tot de volgers van Vreede en vereenigde zich met den staatsgreep van 22 Jan. 1798.
Op 14 Mrt. 1798 werd bovengenoemde municipaliteit vervangen en Hoogendijk niet in de nieuwe opgenomen.
Hij was tegelijk lid van het toen Constitueerende vergadering genoemde lichaam met den man als wiens plaatsvervanger hij gekozen was. Op 4 Mei werd hij lid der Eerste (= onze Tweede) Kamer, maar 12 Juni 1798 werd hij afgezet en later heeft hij niet meer aan de politiek deelgenomen, maar zich tot zijn zaken, die zich vooral in 1814 uitbreidden, bepaald. Alleen werd hij 27 Juni 1811 tot lid van den arrondissementsraad van Rotterdam benoemd: hij bleef dit tot de opheffing van dit lichaam in Dec. 1813.
Hij huwde 8 Aug. 1779 Anna Elisabeth van der Schalk, gedoopt 9 Mrt. 1760, overl. in Oct. 1780, en later Jacomina de Jong, gedoopt 3 Juni 1766, overl. 19 Apr. 1840. Uit het tweede huwelijk had hij een dochter.
Ramaer