dende landschap met IJzergieterij (?), gedateerd en geteekend 1689; overigens is de laatste authentieke datum 1678 (Walpole naar Vertue), het laatst gedateerde schilderij 1675 (te Montpellier).
Hondius is het meest bekend als schilder van dierengevechten. Hij heeft hierin iets oorspronkelijks. Wiens stijl hij in zijn schilderijen navolgt is niet duidelijk, zonder twijfel komt er een sterke vlaamsche invloed in uit (Snijders, Fijt), evenals in zijn naam. Er bestaan van hem 12 etsen, met voorstellingen van elkander jagende en bevechtende dieren, waaronder een reeks van 8 bladen uit het jaar 1672. Deze zijn zeldzaam. Teekeningen van hem komen weinig voor.
Zijn portret is gegraveerd naar A. Hondius door J. Smith (Moes, Icon. Bat. 3629); voorts gegraveerd door J. Houbraken in Houbraken, Schouwburgh III, 282, door J. Smith naar G. Kueller en door Th. Chambais.
Zie: Walpole, Annecdotes of painting (1763) III, 14; W. Stechow in Thieme-Becker, Allgem. Lexikon der bild. Künstler (Leipzig 1924) XVII, 434; Nagler, Künstler-Lexikon, 2. Aufl. Bd. 7 (1906) 97; A.v. Wurzbach, Niede l. Künstlerlexikon 1 (1906), 705; L(ust) in: Dict. of Nat. Biogr. XXVII (1891); Collection Semenov (St. Petersburg 1906) (Liste datierter Bilder); Bartsch, Peintre-graveur V; Weigel, Suppl. au peintregraveur de Bartsch (Leipzig 1843); Dutuit, Manuel de l'amateur d'estampes (Paris 1884-86), V, 25; Th. v. Frimmel, Kl. Gateriestudien, N.F. IV Lief. (Leipzig, 1896), 29; dez., Blätter f. Gemäldekunde IV (1908), 187; O. Granberg, Trésors d art en Suède (Stockholm 1912), II, 34; Mireur, Dict. des ventes d'art. (1911), III; Zeitschrift für bild. Kunst. N.F. XX (1909); Th.v. Frimmel, Lex. der Wiener Gemäldesamml. I (1913), 166; Jahrb. der Bilder- u. Kunstblätterpreise (Wien 1911), II-IV; Rotterd. historiebladen III, 611; Bull. van den oudh. bond (1908), 240, (1914), 78; Repertorium für kunstwissenschaft IX, 134.
Hoogeveen